Deze vijf wachten bevielen me heel goed. Overdag kon ik mijn ding doen en had ik tijd voor mijzelf, en tussen de middag kon ik gezellig lunchen met mijn man.
Om 17.13 gaat de telefoon. Eigenlijk dringt het niet eens tot me door omdat hij even verderop aan de oplader ligt. Het is dat mijn jongste zegt: ‘Moet je niet opnemen?’ dat ik denk: o ja, het is die van mij…
Ik word opgeroepen voor een bevalling in het ziekenhuis. Daar sta ik tot twaalf uur voor op wacht . Het betreft een dame, ik noem haar voor het gemak even Ineke, die een tweede kindje krijgt. Met de opmerking dat het zal wel snel zal gaan en dus niet zo laat zal worden, ga ik op pad.
Ineke is al in het ziekenhuis, samen met haar man Mo en de verloskundige. Als ik binnen kom zijn ze er al best een tijd. Dat vind ik toch een gemiste kans, zowel voor de cliënt als voor de verloskundige. Ik kom het wel vaker tegen dat de kraamverzorgende pas laat wordt opgeroepen.
Ik stel mij netjes voor aan Ineke, Mo en de moeder van Ineke. De verloskundige is een bekende. Ze vind het leuk en gezellig om mij weer te zien. Voor Ineke is het de tweede keer dat ze gaat bevallen. Ze heeft al een dochtertje van elf die nu bij opa is. Voor Mo is het de eerste keer en wat is hij zenuwachtig. Hij houdt alles nauwlettend in de gaten.
Het stel gaat door een moeilijke tijd. Ze zijn met IVF zwanger geraakt en op de dag dat het bevruchte eitje terug werd gezet kregen ze te horen dat de moeder van Ineke uitzaaiingen heeft. Ze was eerder behandeld voor baarmoederkanker. Het was een zware zwangerschap vol stress en spanning, niet een ideale situatie om een toch al moeilijk startende zwangerschap te volbrengen. Ook dit keer zou het weer een meisje worden, ze keken er erg naar uit.
De bevalling verloopt vlot en om kwart over tien wordt een mooi meisje geboren. Je kunt meteen zien wie haar papa is. ‘Wat een bos haar’, zegt papa met een big smile, ‘meer dan ik had en meer dan wat ik nu heb’. De placenta volgt ook snel.
Ineke haar andere dochtertje komt samen met opa ook even kijken. Wat is ze blij en trots: nu is ze eindelijk een grote zus. Tot vandaag moest ze het doen met haar neefjes. Als ze weer vetrokken zijn worden de hechtingen, terwijl de kinderarts zich even over de kleine Marieke ontfermt. Tijdens de zwangerschap bleek dat het rechter niertje wat vergroot was en dit moet direct na de bevalling nagekeken worden.
De verpleging vertelt me dat er nog een cliënt komt, waar een collega bij zal assisteren omdat mijn dienst er eigenlijk al op zit. Omdat ik toch even tijd heb, maak ik de kamer alvast klaar. Het bad loopt vol en alle materialen liggen klaar als de verloskundige binnenkomt. Ze begroet mij met ‘gezellig dat jij er bent’ en moet haar gelijk zeggen dat een collega komt. Zolang zij er niet is zal ik de honneurs waarnemen.
Alle familie is inmiddels op de hoogte gebracht. Mo is wat van het padje af omdat zijn moeder het niet leuk vond dat ze niet was gebeld dat de bevalling was begonnen. Hij is echt even van slag.
Ik sta op het punt om Ineke onder de douche zetten als de moeder van Mo en alle andere familieleden binnenkomen. Ik loop weer terug naar het kantoortje om de familie even te laten genieten. Als ik een half uur terugkom krijg ik gelijk de moeder van Mo over mij heen: ‘waarom kunnen ze niet in het ziekenhuis blijven, dat is toch niet normaal’, zegt ze in gebrekkig Nederlands. Ik vertel haar dat dit niet nodig is omdat de bevalling goed is gegaan en er geen complicaties zijn. ‘Ja, maar in andere landen mogen ze tien dagen in het ziekenhuis blijven.’ Dat klop, maar daar is geen kraamzorg.
Aan Ineke zie ik dat het genoeg is en ik maan de familieleden om weg te gaan, tijd voor de douche. Ineke is onder de douche vandaan en aangekleed als ze zegt, ‘ik voel me niet lekker’. Ik pak gauw de rolstoel en leg haar terug op bed. ‘Mag ik een kussen,’ vraagt ze. ‘Nee, nog even wachten, eerst het lichaam tot rust brengen en het bloed weer terugvoeren naar het hoofd.’ Na twintig minuten gaat het nog niet zoals ik zou willen.
Ik vraag aan de verpleegkundige of ze de bloeddruk wil meten. Gelukkig is haar bloeddruk goed en ook haar pols, die ik zelf al had gemeten.
Ineke krijgt van mij nog een kopje bouillon waarna ze zichtbaar van opknapt. Eindelijk mogen ze naar huis. Het is al vroeg in de morgen als ik ze naar de auto breng. Tijd voor een bakkie, ik heb het avondeten al overgeslagen, nu eerst even tijd voor mijzelf.
Na de administratie gedaan te hebben, klok ik om 03.00 uit. Ik heb ruim negen uur gewerkt.
Het was weer een heerlijke dienst. In het ziekenhuis partusassistentie verlenen is echt mijn ding. Ik kan niet wachten op die partuspoule.
De namen in dit verhaal zijn om prvacy redenen gefingeerd
(Met toestemming overgenomen van www.kraamsupportonline.nl)