De eerste ochtend begon het al. Het gezin had de hele nacht niet geslapen en zat er doorheen. Alles zat hen tegen. Hun oudste kindje was ziek en de baby had de hele nacht honger. Mijn collega stelde voor om meteen de kindjes mee naar beneden te nemen zodat beide ouders nog even een paar uurtjes konden slapen. Beneden vertelde ik mijn collega over mijn ochtend stress: Ik stond met een lege tank in de file!. Zij gaf mij de waardevolle tip om altijd te tanken voordat je op wacht gaat!
Toen de week vorderde werd ik er steeds mee geconfronteerd hoe veel ik nog te leren had over het werken in de kraamzorg. Je moet op de juiste momenten aan -en afwezig zijn bij het kraamgezin. Je moet leren hoe je je goed kan afstemmen op wat het gezin nodig heeft. Alle voorlichting en ondersteuning die bij de borstvoeding gegeven wordt. Geen idee! Laat staan het invullen van het zorgplan en controles! De controles?! Wat doe je? Wanneer en waarom?! Als de kraamvrouw zegt “zich niet lekker te voelen”, kan dat tientallen oorzaken hebben. Dus, je hoort het, in mijn eerste week als kraamverzorgende ontving ik echt veel informatie.
Dan heb je nog alles eromheen: de badkamer schoonmaken, nee ‘schoonhouden’, PROTOCOLLEN!! Van hoe je een bed opmaakt tot kleding vouwt, een wereld ging voor me open.
Ik heb ook een keer even rust genomen terwijl mijn collega met de kraamvrouw in gesprek ging. Ik kon even niet meer. Toen zag ik een reiger uit het raam, midden in een woonwijk! Een ‘cadeautje’ van mijn ouders van de afdeling de Reigershof waar zij wonen? “In elke nieuwe baan moet je nieuwe dingen leren. Je bent nog maar net 1 week geleden begonnen. Stapje voor stapje. Gun jezelf de tijd”, hoor ik mijn ouders zeggen.
Na mijn eerste week als kraamverzorgende was ik uitgeput. ‘s Middags toen het kraamgezin sliep, had ik leuke gesprekken met mijn collega, maar ik realiseerde me dat werken in de kraamzorg een eenzaam beroep is. Niemand die jou vraagt, “Hoe gaat het met jou?”. Even bijpraten of je hart luchten bij een bakkie koffie zoals op kantoor, zit er niet in, bedacht ik mij. Inmiddels 2 jaar later vind ik het heerlijk om zelfstandig te werken. Ik doe mijn jasje aan en laat mijn privéleven bij de voordeur. Ik kies wat ik vertel aan het kraamgezin als ze vragen stellen, en wanneer ze niets vragen is dat ook prima. Het gaat ten slotte om hen. Met een aantal collega’s waar ik de opleiding mee heb gedaan, heb ik nog goed contact en wij delen vaak verhalen en helpen elkaar waar nodig. Ook de collega’s uit mijn werkoverleg groep staan altijd voor elkaar klaar. Als er iets heftigs is gebeurd, heb ik meteen contact met mijn teamcoach of met de planning. Bij hen kan ik achteraf even mijn ei kwijt. Nu noem ik het niet meer eenzaam, maar ik noem ik het zelfstandig met lieve collega’s op de achtergrond. Heerlijk.